Jij bent goed genoeg

Na zeventien jaar persoonlijke ontwikkeling, stress, angst, spirituele reizen en allerlei opleidingen en coaches ontdekte ik gisteren wat het betekent om me goed genoeg te voelen.

Misschien ken je het wel. Het gevoel van tekortschieten, niet goed genoeg zijn, waardeloos zijn of je een mislukking voelen. Het is een diepgeworteld ‘niet goed genoeg’ zijn met als gevolg allerlei gedrag om de wereld te laten zien dat je er wel degelijk toe doet, dat je er mag zijn. Ik doe dat bijvoorbeeld door te zoeken naar verbetering, te pleasen, nog reflectiever en alerter op de non-verbale communicatie van de ander te zijn, weer een nieuwe coach te zoeken of cursus of opleiding te doen. Dit levert absoluut wat op, namelijk veel kennis, erkenning en harmonie, maar het kost ook wat. Het zegt onbewust iedere keer: “Zie je wel, je hebt het nog niet door. Het moet beter. Jij moet het beter doen, sukkel.”.

Gister viel een heel belangrijk puzzelstukje en voelde ik: “ik ben goed genoeg, precies in al deze lagen en delen van mezelf. Ik mag er zijn.”. Van de week begon dit puzzelstukje al te vallen, toen ik mezelf vroeg: “Wat als ik gewoon opvulling ben?”. Met opvulling bedoel ik mensen die hun leven onbewust leven, in het systeem zitten, werken, scrollen, slapen en weer gaan werken. Ik dacht altijd dat ik een ‘afwijker’ was, iemand die anderen inspireert en groeit, leert, ontwikkelt, iets bereikt. De druk en verwachtingen waren hoog en dat deed ik zelf. Wat als ik gewoon opvulling ben? Mijn ego, mijn ikje die zichzelf altijd zo aan het bewijzen was, die deed pijn, want als ik gewoon opvulling ben, dan doet het er niet toe hoeveel mensen geïnspireerd worden, hoeveel ik bereik of hoeveel ik verdien. Dan ben ik goed genoeg gewoon door te leven.

Gisteravond reed ik samen met mijn vriend naar huis. Ik deelde mijn gedachten en hij zei: “Ik denk dat opvulling allerlei lagen heeft en dat het belangrijk is dat iedereen zijn rol speelt.”. We praatten hier wat over en ik voelde de verschuiving in mezelf. Als iedereen een rol te spelen heeft, verschillende waarheden heeft en iedereen bepaalde mensen inspireert, aanraakt of beïnvloedt en andersom, dan is iedereen net zo belangrijk. Dan zitten we met z’n allen in een spinnenweb en bewegen we samen.

Vrouw zijn in de westerse wereld

Een paar weken geleden kwamen vijf vrouwen samen tijdens een vrouwencirkel. Op de vraag wat vrouw zijn betekent, beschreven vier vrouwen hoe zwaar en moeilijk, chaotisch en intens het is om vrouw te zijn. Hoeveel ballen je als vrouw hoog te houden hebt en hoe weinig waardering hiervoor is. Eén vrouw benadrukte de kracht van het vrouw zijn en hoe de vrouwelijke energie voelt. “Ken je de film Avatar? Voor mij is het de verbinding met het alles, de zachtheid voor de natuur en de respectvolle, intens gevoelige en mooie wereld. Samen zijn, in verbinding.”.

Het mag weer terug in balans komen; Yin en Yang, het mannelijke en vrouwelijke, licht en donker. Het is uit balans. Vrouwen zijn zich gaan gedragen als mannen en hebben willen laten zien dat zij net zo veel kunnen als de man, dat ze net zo sterk en krachtig zijn. Dit zijn ze gaan doen door de mannelijke energie in te zetten: gedisciplineerd en doelgericht te zijn en vanuit autoriteit leiding te geven. Echter is het vrouwelijke op een andere manier krachtig. Het verbind, het is zacht, het stroomt, het is chaos, het is rond, warm en vol vertrouwen. Het vrouwelijke gaat meer in cycli in plaats van lineair. Het is meer samen in plaats van alleen in de spotlight.

Het is alsof er een nieuwe manier van leven ontstaat en dat oude overtuigingen geen stand meer houden. Het is als een woeste zee, waarin je steeds kopje onder gaat, meegesleurd wordt door de golven. Heel veel mensen worden wakker en staan stil bij wat ze doen en waar ze eigenlijk blij van worden. Veel mensen hebben mentale klachten en moeten hun donker aankijken. Het daagt de mens uit om oprechter te kiezen, waarde-gerichter te leven en weer meer samen te doen. Yin en yang in balans, allebei in hun eigen kracht.

De man mag weer man zijn en de vrouw mag vrouw zijn. Een wereld waarin mensen hun eigen plek innemen, doen waar ze blij van worden en samenwerken, verbinden, vertrouwen. Dat is een wereld waarin heel veel mogelijk is, waarin iedereen zich gezien en geliefd voelt. Daarin is de man sterk, stabiel, gedisciplineerd, zeker en duidelijk en de vrouw is golvend, krachtig, vloeiend, zacht, rond en stromend. De rivierbedding voor de rivier, de bergen voor het dal, de bijen voor de bloemen en eb en vloed.

De winnaars- en dramadriehoek

Als je al vaker aan zelfhulp hebt gedaan, dan ben je deze waarschijnlijk al weleens tegengekomen. Het is een heldere theorie en de praktijkvoorbeelden zijn herkenbaar interessant. Zelf doen, dat vraagt oefening.

Er zijn twee driehoeken, de winnaarsdriehoek en de dramadriehoek. Tegenwoordig zitten de meeste mensen in de dramadriehoek. Dit is een driehoek met drie punten. Met op één punt ‘de slachtoffer’, op een andere ‘de aanklager’ en op de laatste ‘de redder’.

De slachtoffer neemt geen verantwoordelijkheid, het leven overkomt deze persoon en er is geen controle, overzicht, regie of wilskracht. Het is een houding van angst en hulpeloosheid. Het voelt alsof alles te veel en te groot is en de vraag ‘waarom ik?’ wordt regelmatig gesteld.

De redder denkt dat hij iedereen en de wereld moet redden. Hij draagt alle lasten van alles en iedereen. Hij ziet zichzelf als weldoener, maar gaat er zelf aan onderdoor. Deze persoon kan moeilijk hulp, liefde of waardering ontvangen en geeft continu. Onderliggend krijgt deze persoon liefde en waardering door veel voor de ander te doen, maar de ander blijft hierdoor in de slachtofferrol of wordt juist bozer en meer oordelend.

De aanklager klaagt, zeurt, oordeelt en herhaalt. Deze persoon legt de verantwoordelijkheid buiten zichzelf. Het is de schuld van de maatschappij, de ander of de wereld dat …. niet lukt of mogelijk is. Het is een cirkel van boosheid, verwijten en niet kunnen.

Zit iemand in één van deze drie, dan reageert de ander vaak ook vanuit één van deze drie, waardoor er drama ontstaat. Gelukkig is er ook nog de winnaarsdriehoek.

De winnaarsdriehoek

Ook de winnaarsdriehoek bestaat uit drie punten. Op één punt staat ‘de verantwoordelijke’, op de andere staat ‘de helper’ en op de laatste staat ‘de assertieve’.

De verantwoordelijke neemt de verantwoordelijkheid. Deze persoon kiest bewust, draagt de consequenties, neemt de regie over zijn leven. Hij is eerlijk naar zichzelf en de ander. Hij kent zijn valkuilen en kwaliteiten, waardoor hij toegankelijk en vriendelijk is in zijn communicatie en gedachten. Het gaat niet om schuld of schaamte. Het gaat om samen, volwassen en oprechtheid.

De helper helpt, ondersteunt, adviseert, begeleidt of informeert, maar hij redt niet. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen emoties, taken en inzet. De ander heeft zijn eigen struggles en de helper vertrouwt erop dat de ander deze zelf kan dragen.

De assertieve is bewust van zijn eigen grenzen, kan deze bewaken en communiceren en is assertief in het regelen van zijn leven. Hij is vriendelijk en open over wat hij prettig en onprettig vindt, waardoor er een goed verwachtingsmanagement is. Er ontstaat duidelijkheid en vertrouwen, omdat de ander weet waar hij aan toe is en de persoon open, helder en kritisch durft te zijn.

Heb je weleens een gesprek gevoerd met iemand die in de winnaarsdriehoek zat? Hoe voelde je je tijdens dit gesprek en hoe verliep het gesprek? Waarschijnlijk voelde je je serieus genomen en op je gemak en vond je de ander aardig. Dit vertelde een vriendin: “Ik had mijn haar laten knippen door een MBO student, maar het was niet helemaal goed gegaan. Collega’s van haar hadden mijn haar niet gecheckt en toen ik later bij mijn ouders op de bank zat, zei mijn moeder dat het scheef was. Jij weet dat ik niet graag terug ga voor zoiets, maar het voelde gewoon niet fijn. Dus de volgende dag ging ik langs bij de kapper om te vragen of iemand het alsnog wilde nakijken en/of bijknippen. Ze vroeg me om te draaien en gaf aan dat ze snapte wat ik bedoelde, ze had niet meteen plek, maar ik kon later terug komen en ze excuseerde zich voor de situatie en glimlachte geduldig.”. Een beetje verbaasd dat het zo gemakkelijk was gegaan en dat ze zo goed geholpen werd was een opluchting. Die middag ging ze terug naar de kapper en ze werd door een collega ontvangen, zij reageerde heel anders:

“”Dit is niet de bedoeling, hoor. Je weet dat je geknipt werd door een student.”: zei de kapster. Ik stamelde iets van: “Uhh ja, maar het is niet gecontroleerd en ik wil dat dat nog gebeurt.”. Ze keek boos naar het computerscherm voor zich en zag dat de afspraak bij de collega van eerder stond. Ze mompelde iets dat ik wel moest betalen en het voelde alsof het mijn eigen schuld was dat ik nu voor lul liep. Ik word weer helemaal boos. Ik wilde niet lastig zijn, maar met een scheef kapsel rondlopen wilde ik ook niet! Gelukkig heeft die andere kapster me goed geholpen.”.

Een duidelijk verschil waarin de winnaars- en dramadriehoeken helder worden, want mijn vriendin was in eerste instantie assertief en kapster één nam haar verantwoordelijkheid en kon helpen door een afspraak voor haar te maken. De fout was al gemaakt en de oplossing was simpel. Kapster twee reageerde vanuit de dramadriehoek en de aanklagerrol, waardoor mijn vriendin in de slachtofferrol kwam en zich klein maakte, zich schuldig voelde en boos werd.

Geweldloze communicatie

Een communicatietool is de OVK. Het helpt bij geweldloze communicatie en zorgt ervoor dat iedereen in de winnaarsdriehoek blijft. Het verklaart de reactie van de ander en maakt bewust van eigen woorden en gedrag. Wanneer een kind in de puberteit is, dan wordt de ouder vaak uitgedaagd in communicatie. Iedereen wisselt in de ouder-, volwassen- of kind-rol.

Stel je voor dat je kind zijn kamer niet wilt opruimen. Je hebt het al een paar keer vriendelijk gevraagd, maar de kamer is nog steeds een rommeltje. De voedende ouder manier werkt blijkbaar niet. Dus wanneer je voor de honderdste keer de geur uit die kamer ruikt, roep je: “Je ruimt nu je kamer op, anders ….!”. Het kind schreeuwt dat je je niet moet bemoeien en dat hij dat zelf wel bepaald. De positieve kant van de kritische ouder is dat hij zijn grenzen stelt en regels nakomt. De negatieve kant is dat het bazig, kleinerend, bestraffend en oordelend is. De voedende ouder is geruststellend, liefdevol, aanmoedigend en beschermend, maar kan ook zorgen voor betutteling, klein houden en afhankelijk maken.

De reactie van het kind op de ouder kan verschillend zijn. Het kan reageren vanuit het aangepaste of rebelse kind of vanuit het vrije kind. Het terugschreeuwen in bovenstaand voorbeeld is het rebelse kind. Hij stelt zich eigenwijs, passief en klagend op. Als hij gehoorzaam, ja-knikkend, sorry-zeggend of geduldig had gereageerd, dan was dit de aangepaste kind-houding geweest. Had hij echter speels, uitbundig, creatief of spontaan gereageerd, dan was hij in verbinding met zijn eigen behoeften en is er meer zorgeloosheid. De negatieve kant van het vrije kind is dat het slordig, chaotisch, nonchalant of wispelturig kan overkomen.

Iemand in de kind-rol lokt vaak oudergedrag uit. Ouderlijk gedrag vraagt een kinderlijke reactie. Alleen als twee mensen in de volwassenhouding zitten, is er gelijkwaardigheid, communicatie in hier en nu en wordt er logische nagedacht. De valkuil hiervan is dat er geen beslissingen worden gemaakt en dat alleen gevoel of beleving naar elkaar geuit wordt.

De vier voorwaarden om op een volwassen manier te communiceren zijn:

  1. Communiceer vanuit je eigen beleving, vanuit de ik-vorm. “Ik ruik ….” of “Ik voel me …..”.
  2. Zeg wat je voelt, denkt, ervaart. “Ik merk dat ik dit niet fijn vind.” of “Ik ruik je sokken op de gang”.
  3. Zonder oordeel. Voorkom verbale en non-verbale uitspraken die lading geven aan dat wat je ervaart, voelt of waarneemt.
  4. Zeg wat je wel prettig vindt en spreek je behoefte uit. “Ik ruik je sokken op de gang en ik vind het fijn als je kamer vandaag schoongemaakt wordt. Ga jij het doen of zal ik het doen?”.

De valkuil is om achter een zin als “ik ruik muffe sokken in je kamer” iets toe te voegen als: “omdat jij je kamer al een maand niet hebt schoongemaakt.”. Je legt het probleem bij de ander, waardoor de ander vanuit verdediging reageert of met een tegenaanval komt.

Deze situaties kom je overal tegen. Tijdens vergaderingen, in het verkeer of in de sportschool. Wanneer iemand bumperkleeft en jij vervolgens je middelvinger opsteekt is er ouder-kind gedrag. Als iemand in de vergadering een scheet laat. Dan kan iemand daarop reageren met een grapje of je kunt zeggen: “Ik vind het niet prettig, want de hele ruimte stinkt nu.”. Hopelijk reageert de ander dan met “sorry”.

Het is moeilijk en op papier klinken de zinnen vaak ongeloofwaardig, want wie praat er nou zo?! Toch is het interessant om te ontdekken wanneer je de regie compleet bij jezelf laat en wanneer de oordeel ervan druipt. Het is frustrerend om te ontdekken hoe vaak je stiekem in de slachtoffer rol zit en alle problemen bij de ander wilt neerleggen. Een omgeving met mensen die meestal in de winnaarsdriehoek zitten helpt om bewust te worden en te oefenen met gelijkwaardige en geweldloze communicatie.

Als je bewust wordt van je patronen

Tenslotte beïnvloeden je zelfbeeld, je wereldbeeld, de winnaars- en dramadriehoeken en je communicatievaardigheden elkaar, want als jij voelt dat je oké bent en de ander is ook oké, dan is er een vloeiende communicatie. Geloof je echter dat jij niet oké bent en de ander niet oké is dan ontstaat er gemakkelijk gedoe.

Er kwam een cliënt bij mij (Lisa, pseudoniem). Ze zat niet op haar plek op werk, ze liep op haar tenen, ze was moe, ze werd gepest en ze kreeg er stressklachten van. Hierdoor had zij zich ziekgemeld. Ze vertelde dat dit bij haar vorige werk ook was gebeurd. Ze wist niet hoe het kwam en wilde het zo graag anders. Op mij kwam ze vriendelijk, sociaal en open over. Er klopte iets niet.

We bespraken de driehoeken en ik liet haar de verschillende rollen doorvoelen door op alle plekken te staan. Bij elke punt een briefje. Vervolgens vroeg ik haar de briefjes anders neer te leggen, zoals zij ze ervaart op haar werk. Alle briefjes van de winnaarsdriehoek verdwenen naar de zijkant en de aanklager, slachtoffer en redder kwamen dichterbij elkaar te liggen. “Ik doe zo hard mijn best, ik neem taken over van collega’s, ik ruil dagen en nog is het niet goed, waarom doen zij zo onaardig tegen mij?”. Ik vroeg in welke rol zij zat en ze ging bij het briefje van de slachtoffer staan. “Hoe voelt dit?”. “Machteloos.”. “Wat vind je nu van jezelf?”. “Waarom doe ik eigenlijk zo mijn best voor hun?”. Ik glimlachte meelevend: “Ja, waarom doe je zo je best?”. Ze schudde haar hoofd en keek me aan. Ik zag dat ze de emotie, de overtuigingen, de situatie en de gedachten allemaal in één keer waarnam. Ze zat in de redderrol. Ze wilde iedereen helpen, deed haar best en droeg de lasten van de anderen. De anderen vroegen hier niet om en vonden het misschien wel bemoeierig en hadden misschien het idee dat Lisa taken afpakte.

We lieten de briefjes voor wat ze waren en bespraken dit patroon van lasten dragen, de verantwoordelijkheid nemen en hoe zij zich positioneerde op het werk. Ze werd bewust van onderliggende overtuigingen, patronen en haar verantwoordelijkheid hierin. Ze wist wat ze te doen had op werkgebied en de regie over haar leven terug te pakken.

Het is allemaal met elkaar verbonden. Het helpt om de theorie te begrijpen én om gewoon te leven, fouten te maken, te groeien en ontwikkelen. Jij bent al goed genoeg! Geloof je dat en lukt het om in de winnaarsdriehoek te blijven?

Lees meer over zelfcompassie en eigenaarschap in deze blogs:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *